De waarde van praten met mijn ouders
door Ruben Hoekstra
Ik ben opgegroeid in een geweldig gezin. Mijn broertje en ik hebben het goed getroffen. Onze ouders kwamen kijken bij onze voetbalwedstrijden, onze voorspeelavonden van de muziekschool, misten nooit een tienminutengesprek en we voelden ons thuis altijd veilig. En het mooie is: ze zijn er nog steeds allebei voor ons.
Wat ik me vooral herinner zijn de gesprekken tijdens het avondeten. Elke dag nadat mijn ouders terugkwamen uit hun werk gingen we de dag bespreken. Mijn broertje en ik vertelden over wat we hadden meegemaakt op school en mijn ouders praatten over wat hen die dag bezig had gehouden. Onze gesprekken gingen niet alleen over dagelijkse ditjes en datjes, maar ook hoe we ons voelden en waar we tegenaan liepen. Mijn ouders hadden vrijwel altijd goede raad, en voor mij was dit niet meer dan een normale gang van zaken.
Natuurlijk was het niet altijd feest. Er is een periode geweest dat ik de open en directe vragen van mijn ouders slecht trok. Ik was een puber en als een puber het ergens niet over wil hebben met zijn moeder is het over liefde en seksualiteit. Ik denk dat het meer dan gezond is dat ik daar op dat moment niet zo open over was als de vragen van mijn ouders wensten. Toch besefte ik pas later hoe bijzonder het is dat deze openheid zo vanzelfsprekend was.
Vrijwel iedereen vindt zijn eigen familiesituatie ‘normaal’. Ik weet nog goed dat we in groep 8 de vraag kregen: met welke normen en waarden ben jij opgevoed? Van het filosofische en taalkundige begrip normativiteit had ik toen nog geen kaas gegeten. Ik herinner me namelijk dat ik die vraag heb beantwoord in de trant van: bij ons thuis mag alles, dus wij hebben niet echt normen en waarden.
Als kind weet je niet anders dan dat wat je kent. Ik vond het de normaalste zaak van de wereld dat mijn ouders er altijd voor me waren, dat de koelkast altijd vol was, dat we altijd op vakantie konden, dat we met de auto naar Zuid-Europa gingen, dat we op een gegeven moment kleedgeld kregen en dat mijn ouders openlijk van elkaar hielden.
Pas later ben ik gaan beseffen dat mijn gezinssituatie helemaal niet zo vanzelfsprekend was. Ik kreeg vrienden met ouders die waren gescheiden of met ouders die ze niet meer zagen of, nog erger, vrienden die hun ouders niet meer wilden zien. Dit was zo’n ver-van-mijn-bed-show dat ik telkens weer schrok als iemand over een thuissituatie vertelde die zo verschilde van de mijne.
Nog steeds kan ik me erover verbazen hoe moeilijk mensen het vinden om over hun gevoelens te praten. Al is het natuurlijk begrijpelijk als je dit vroeger nooit hebt geleerd. Ik ben dan ook ongelooflijk dankbaar dat ik dit van jongs af aan heb meegekregen en nog steeds meekrijg. In mijn relaties en vriendschappen vind ik het ontzettend waardevol dat ik zo open heb leren zijn. Soms is dat pijnlijk of confronterend, en lang niet iedereen vindt het prettig om zoveel te delen, maar ik geloof echt dat het fijn is zowel geluk als smart te delen. Ik realiseer me steeds meer hoe bijzonder mijn normaal was. Gelukkig kan ieders begrip van normaal veranderen en kan iedereen ontdekken welk normaal voor hem of haar het meest van waarde is.
Sta jij weleens stil bij wat je van huis uit hebt meegekregen? En wat je daarvan – bewust of onbewust – nu nog met je meedraagt? Ontdek het bij onze bloeiklas ‘Hoe heeft je opvoeding je gevormd? Lees hier meer.
Heb jij soms ook het gevoel dat je te weinig geniet van de dingen die je wel hebt? En te gefocust bent op wat er allemaal niet is? Zou je dit graag anders zien en voelen? Doen dan mee aan de Bloeiklas: wanneer is het ooit goed genoeg?.